Ik zit op de bank Steven zijn fles te
geven. Nienke is lekker in de tuin aan het rommelen. Dan komt ze naar
binnen gerend en zegt ''Pappa, jij bent er en Steven is er en Ronnie
is er en ik ben er!''
Ik weet niet wat ik hoor. Heeft ze nou
zojuist in een zin drie verschillende, correcte,
werkwoordsvervoegingen gebruikt?
Dat onze Nienke goed was met taal
wisten we al heel lang. Ze maakte al zinnen van 10 woorden op een
leeftijd waarop de meeste kindjes niet veel verder komen dan ''mamma,
die!''
Maar van grammatica heeft ze nog niet
veel kaas gegeten. Meestal gebruikt ze maar gewoon een willekeurige
werkwoordsvervoeging en krijg je van die zinnen als ''ik wilt graag
pindakaas op mijn boterham''
Maar nu was daar dus plotseling deze
prachtige zin ''Pappa, jij bent er en Steven is er en Ronnie is er en
ik ben er!''
In gedachten loop ik al op te scheppen
tegen de kennis bij wie ik vanavond op bezoek ga: weet je wat onze
Nienke vandaag zei? ''Pappa, jij bent er en Steven is er en Ronnie is
er en ik ben er!''
En zoals dat gaat met de fantasie van
een trotse vader, voor ik het weet heeft ze haar eerste roman
geschreven en wint ze de Libris literatuurprijs.
Terwijl ik een eenvoudig zinnetje dus
weer heerlijk zit te vergroten in mijn gedachten kijkt Nienke eens de
kamer rond, ziet haar knuffels liggen en zegt ''En Nijntje ben er en
Koetje ben er en Mutsje ben er en Flappie ben er''
Toch maar eerst op zoek naar een goede
basisschool....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten