Elke ochtend breng ik Nienke met de
fiets naar school. Onderweg komen we vaak S tegen, een klasgenootje
over wie ze het al een regelmatig heeft gehad en met wie het goed
lijkt te klikken. Hij gaat altijd lopend. Deze woensdagochtend zeg ik
tegen haar: 'Kijk, S gaat altijd lopend en wij met de fiets. Maar
vrijdag gaan wij ook lopen.'
Vrijdag gaan we namelijk met de auto
rechtstreeks uit school door omdat we een weekeindje weggaan met de familie,
dus moet ik haar die ochtend te voet wegbrengen.
Nienke vraagt: 'Waarom gaan we vrijdag
dan lopen?'
'Omdat ik je dan met de auto kom halen
want dan kunnen we meteen door naar het huisje van Opa en Oma.'
'Jeeuuj! Het huisje van opa en oma! Is
het al vrijdag?'
Ze heeft nog altijd moeite met de dagen
van de week, dus ik grijp deze gelegenheid meteen aan om weer eens te
oefenen: 'Nee lieverd, vandaag is het woensdag. Dus nog geen vrijdag.
En wat komt er na woensdag?
Het blijft even stil terwijl ze omkijkt
naar S. Dan zegt ze: 'Morgen!'
Geen speld tussen te krijgen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten